Rijtechniek deel 1

Bochtenwerk
Je hebt motorrijders in alle kleuren en maten, en ze hebben allen hun eigen rijstijl. Eén ding hebben ze gemeen: ze moeten de bocht door. Dit kan op verschillende manieren: traag, vlotjes, snel, héél erg snel en té snel. In het laatste geval eindig je ergens waar je niet terecht wilde komen.

Nu maakt het niet uit met welke snelheid je een bocht neemt, er blijft een standaardtechniek die toepasbaar is op alle rijstijlen. Voor het gemak heb ik het even NIET over de buitenboord-stijl die toegepast wordt op het circuit. Voor gewone motormensen is een rechtop-positie waarbij beide benen mooi tegen de tank aanleunen al meer dan genoeg. En vrees niet, ook zo kun je de siliconenrandjes van je banden rijden…
Overzicht

Om een bocht echt goed te nemen is een zekere basiskennis (en ervaring natuurlijk) vereist. Onder ‘echt goed nemen’ versta ik dan weer dat je met kennis van zaken te werk gaat. Je moet de bocht op voorhand kunnen “lezen” zodat je de snelheid in functie daarvan kunt aanpassen. Tegelijk kies je de beste uitgangspositie zodat je optimaal de bocht in kunt kijken. Je wilt toch zo weinig mogelijk onaangename verrassingen, nietwaar? Goed kijken is niet alleen nodig voor de veiligheid. Je kijktechniek bepaalt in grote mate de vlotheid waarmee je een bocht neemt. Je rijdt naar waar je kijkt. Als je dit beet hebt, wordt elke bocht een stuk gemakkelijker én leuker.

Veel plezier ermee…
•   De goede lijn van een bocht eens en voor altijd met krijt uitgetekend.
•   Leer eindelijk kijken! Ontdek waarvoor die ogen dienen!
•   Het mysterie van het gashendel eindelijk ontsluierd
•   Van je remmen blijf je af! Behalve in hoge nood.
•   Zoals je moeder al zei: let op je zithouding!
•   Toch die bocht aan het verknoeien? Met het noodscenario vergroot je je overlevingskansen aanzienlijk!

De goede lijn

Kort gezegd kun je stellen dat je elke bocht zo breed mogelijk tracht te nemen. Dus zo ruim mogelijk erin en er zo ruim mogelijk eruit. Het grote voordeel van ruim aan een bocht te beginnen is dat je dieper in de bocht kunt kijken zodat je rapper ziet of alles OK is of niet. Dit laat je dan weer toe om supersnel in te spelen op de omstandigheden.

Laat ik even samen met jullie stap voor stap een bocht overlopen.
Positie vlak voor de bocht

•   Voor linkerbochten ga je zo veel mogelijk rechts op je rijstrook rijden.
•   Voor rechterbochten zo dicht mogelijk tegen de middenlijn (als er één is). Let op voor tegenliggers die hun bocht teveel afsnijden en over de middellijn gaan!! Eindig niet met je hoofd in één van hun koplampen. Hou het wegdek in de gaten.
•   Kijk of er vuil of grind ligt en vermijd dat.
Positie in de bocht

Terwijl je de bocht neemt, blijf zo dicht mogelijk tegen de buitenkant tot je gaat insturen.

Insturen

•   Met insturen bedoel ik het moment waarop je naar de binnenkant van de bocht gaat sturen.
•   Dit doe je pas wanneer je dwars doorheen de bocht terug het begin van de rechte lijn kan zien!! (Meer info over kijktechniek vind je verder). Geen meter eerder. Voordeel van deze werkwijze is dat je heel lang een zeer ruime kijk op het tegemoet komend verkeer hebt waardoor je een eventueel gevaar sneller ziet.
•   Een groot nadeel in ons veel te vol bebouwde landje is dat je meestal de bocht al door bent vooraleer je mag insturen. Al die bebouwing maakt het voor ons motorrijders moeilijk om vlot en vloeiend te rijden. Vandaar dat we zo graag bij onze buurlanden op bezoek gaan. Daar is géén lintbebouwing of slecht asfalt en verkeersdrempels kom je ook niet zoveel tegen. Integendeel, een weekje route départementales in Frankrijk kan een hele zomer goed maken.

Positie vlak na de bocht

•   Nadat je ingestuurd hebt, en dus rakelings langs de binnenkant van de bocht gereden bent, stuur je de motorfiets zachtjes naar de buitenkant van het rijvak van de rechte lijn die voor je ligt (gaat gemakkelijker als je wat gas bijgeeft, lees wat verderop). Eens dit gedaan neem je terug je positie op 2/3 van de rand van je rijvak in.

Op naar de volgende bocht

Bij een opeenvolging van bochten is het belangrijk dat de plaats waar je uit een bocht komt meteen goed gekozen is om een volgende bocht aan te snijden. Dit betekent dat je soms een bocht zult moeten opofferen.
Opofferen van bochten
•   Het naar buiten drijven van de motorfiets dat in vorig punt (“positie vlak na de bocht”) besproken wordt, voer je alleen maar uit als dit manoeuvre je in een goede beginpositie brengt voor de volgende bocht. Het is heel goed mogelijk dat je – net als je uiterst rechts op je rijvak zit na een fijne linkerbocht – hard moet insturen voor een rechterbocht. Op zulk een moment bevind je je natuurlijk niet op de goede plaats (voor rechterbochten is dat links op ‘t rijvak). Indien je op voorhand – dus vooraleer je begint aan die fijne linkerbocht – weet dat er na de linkse een rechterbocht komt, dan kan je tijdens het nemen van die linkerbocht al wat bijsturen zodat je bij het uitaccelereren niet naar buiten drijft en dus aan de binnenkant van die linkerbocht blijft. Je zult dan in een ideale positie zitten om aan die rechterbocht te beginnen. Je “offert” dan de ene bocht op om de andere des te beter te kunnen nemen.
Kijktechniek

Je mag de weg die je volgt en je eigen machine nog zó goed kennen, een goede kijktechniek is onontbeerlijk als je vol vertrouwen en vlot bochtjes wilt ronden.

Het principe is in feite doodeenvoudig: JE RIJDT WAARNAAR JE KIJKT

Dat is het, meer niet. Dus als je een bocht neemt, kijk je alsvolgt:

•   Terwijl je een bocht neemt, moet je je in hoofdzaak concentreren op de bocht. Liefst voor 100%, maar reserveer toch maar 10% om het verkeer en het wegdek in de gaten te houden. Met die overige 90% hou je de bocht in de gaten.
•   JE KIJKT WAAR JE HEEN WILT. Kies de buitenkant van de bocht en laat je blik rakelings langs de binnenkant van de bocht scheren en concentreer je op het allerlaatste stukje van de bocht dat je nog net kunt zien. Met andere woorden: tracht zo diep mogelijk in de bocht te kijken. Je kunt in een blinde bocht zelfs tegen de muur aankijken, als ware het dat je toch het einde van de bocht kon zien.
•   Zolang je het begin van de rechte weg niet ziet, blijf je buitenom rijden.
•   Op een gegeven moment zie je dan toch het begin van het rechte stuk. Op dat moment scheert je blik langs DE APEX van de bocht. De apex is een ingebeeld punt op de BINNENKANT van de bocht, vanwaar je het begin van het rechte stuk kunt zien. Op dat moment kun je dus een denkbeeldige rechte lijn trekken vanuit je oog, die ergens – op de apex inderdaad – de binnenkant van de bocht “toucheert” en eindigt aan het begin van het rechte stuk van de weg.
•   Je stuurt naar die apex toe, je kantelt je motor en “mik” in de richting van die apex.
•   Let echter op! Heb je die apex bepaald, hou dan je blik daar niet op gefixeerd! Je blijft naar het uiteinde van de bocht kijken over de apex heen.  Het is alleen een hulppunt
•   Van zodra je de apex gepasseerd bent, kan je beginnen met uitaccelereren en naar buiten sturen.

NB: door je niet te focusseren op de paar meter voor je voorband, maar ver door de bocht heen te kijken, zul je ook merken dat de bocht minder eng wordt: je vertrouwen gaat omhoog, en dat is wat je nodig hebt. Angst blokkeert prestaties.

Voor allle bochten die er zijn, ia de hierboven beschreven methode perfect toepasbaar. Als je deze techniek zult toepassen, zul je gauw merken dat je bij het merendeel der bochten meer dan driekwart van de bocht aan de buitenzijde zult rijden. Omdat de apex zover ligt. Bij vele bochten zul je zelfs pas de rechte lijn kunnen zien als je al aan het einde van die bocht bent. Zeker als er bomen of huizen dicht bij de weg staan. Ook af- en opritten van autowegen kun je zo nemen. Ook daar blijf je bijna de hele tijd buitenom rijden.

Erg belangrijk is de beweging van HET HOOFD. Heel erg veel motorrijders verdraaien hun hoofd niet genoeg als ze een bocht nemen of manoeuvreren. Meestal draaien ze hun hoofd een heel klein beetje (net of ze een stijve nek hebben) en door hun ogen ook nog eens tot het uiterste te verdraaien zien ze dan voldoende. Denken ze. DIT IS EEN FOUTE OPVATTING!

Het is héél belangrijk om een heel goed, volledig en correct beeld te hebben van de bocht die je neemt. Je hebt hier geen drie spiegels ter beschikking zoals in een wagen!

VERDRAAI JE HOOFD ZOVER MOGELIJK zodat je gelaat volledig naar de bocht of de richting die je uit wil, toegewend is. Is je hals maximaal verdraaid en is het niet genoeg om alles goed te zien, VERDRAAI JE BOVENLICHAAM MEE. Automatisch zullen je armen meebewegen (lijkt me toch normaal…) zodat je automatisch en onbewust wat harder aan het stuur gaat draaien zodat je automatisch de goede kant uit gaat.

Gastechniek

De goede lijn kennen is één ding. Daarmee weet je echter nog steeds niet of je moet versnellen of vertragen en waar dat dan moet gebeuren. Die elementen zet ik net als hierboven ook even op een rij.
Voor de bocht

•   Rem voldoende vóór de bocht en laat je remmen los voor je begint te sturen.
•   Je moet voor je de bocht instuurt reeds je ingangssnelheid gekozen hebben. In de bocht mag je in principe niet meer aan je remmen komen. Door het remmen in een bocht ga je namelijk je balans verstoren waardoor de motorfiets zich plots zal oprichten en een andere lijn zal willen volgen.
Een andere reden om op voorhand je ingangssnelheid te kiezen is dat je al remmende (in de bocht) al gauw teveel zult eisen van je banden die druk bezig zijn om je te weerhouden van te vallen. Als jij dan nog eens gaat remmen kunnen ze het niet meer aan en jij knalt op je bek en in de gracht. Met een beetje pech zit je ook nog onder die stomme tegenligger.
In de bocht

•   Je gaat de bocht in met constante snelheid
•   De koppeling en de remmen gebruik je niet meer
•   Je geeft door heel de bocht heen een heel klein beetje gas bij. Een klein beetje! De motorfiets is stabieler als hij in een bocht wat accelereert. Volgens Keith Code, is de ideale gewichtsverdeling in een bocht 40% / 60% op voorkant / achterkant (dus 60% van het gewicht op het achterwiel krijg je door gas te geven)
Vlak na de bocht

Vlak na het moment van insturen mag je al wat harder aan het gashendel draaien. Je achterband kan dat dan best aan. Je zult voelen dat de motorfiets zich wil oprichten en naar de buitenkant van de baan “drijft”. Dit laat je zachtjes toe totdat je tegen de rand van je rijvak zit.
Nu stuur je terug naar 2/3 van de rechterkant van je rijvak en vervolg je weg.

Remtechniek

In bochten rem je niet. Dat is de grondregel. Alle grip die je banden kunnen bieden zijn nodig om rechtop te blijven. Toch is remmen in een bocht mogelijk. Zij het met mate en met verstand. Leer eerst je remmen héél goed kennen vooraleer je in bochten begint bij te remmen.
Achterrem

Als je merkt dat je toch te snel bent kun je LICHT bijremmen met de achterrem. Deze rem heeft weinig tot geen invloed op de wegligging en vering van de motorfiets. Ga er niet op stampen met je zware voet want dan zal je achterwiel slippen en lig je er gegarandeerd. Duw erop alsof het een ei is dat niet mag breken.
Voorrem

•   NIET GEBRUIKEN ALS JE PLAT LIGT. Véél te gevaarlijk. Moet je toch hard remmen, dan is er maar één optie. Stuur rechtdraaien zodat de motorfiets zich opricht, een meter rechtdoor rijden is genoeg, beenhard remmen en dan lossen, zo diep mogelijk de bocht inkijken en terug de machine platgooien. Heel erg gevaarlijk en je reflexen moeten al goed getraind zijn om een dergelijk manoeuvre tot een goed eind te brengen. Een goede kijktechniek doet hier wonderen.
•   Ten andere, als je in zo’n situatie beland bent, was je net daarvoor al verkeerd bezig! Je hebt dan een onoverzichtelijke bocht te snel genomen, of verkeerd aangesneden, of geen rekening gehouden met mogelijk gevaar achter een bocht, of je kende de bocht niet. Kortom, je bent dan al erg onvoorzichtig geweest. Of iemand anders deed gek natuurlijk…
•   Voor de volledigheid vermeld ik er even bij dat het wel degelijk mogelijk is om al remmende met de voorrem een bocht in te gaan. Het spreekt vanzelf dat dit met de grootste omzichtigheid moet gebeuren. Niet aan te raden voor mensen die zichzelf en/of hun remmen en/of hun motorfiets niet kennen.

Zittechniek

Ook de zithouding is belangrijk. Je moet kunnen voelen wat er onder je gebeurt. Wie geen weinig lichamelijk contact heeft met zijn machine, heeft deze minder onder controle. Dus:

•   Steun met de bal van je voeten op de voetsteunen. Druk de voeten tegen de motorfiets aan. Feel the vibes….
•   Hou je knieën tegen de tank gedrukt. Je moet niet zitten persen, gewoon contact houden is al genoeg.
•   Stuur stevig vasthouden. Klinkt idioot, maar het is het niet. Als je eens onverwachts in een diep gat in het wegdek knalt, kan het gebeuren dat je stuur heel hard heen en weer begint te slaan. Als je dan je stuur losjes vast hebt is er veel kans dat het uit je handen geslagen wordt. Dat geldt natuurlijk niet voor degenen onder ons met een stuurdemper.
•   Armen en polsen niet teveel opspannen, anders kan je niet soepel bewegen. Bij uitwijk-manoeuvres, sturen, keren en draaien moet je zo soepel mogelijk kunnen bewegen op en met je motorfiets. Ontspannen zijn en zelfvertrouwen hebben bepalen in grote mate je behendigheid.
•   Bovenlichaam lichtjes voorover buigen, zodat de armen voldoende gebogen zijn. In een bocht mogen beide armen niet gestrekt zijn. Dit is heel belangrijk om soepel te kunnen sturen. Met gebogen armen kun je namelijk veel soepeler bewegen en hierdoor kun je veel beter evenwicht houden.

Noodscenario

Wat doe je als je een bocht aan het missen bent? Een beetje gek geformuleerd misschien, maar het klopt wel degelijk. DIEP kijken in de bocht is het enige redmiddel als je voelt dat je op het punt staat je bocht te missen. Sta me toe het even lang en breed te verklaren.

Je zult zelf wel al het volgende verhaal gehoord hebben: iemand heeft zijn bocht gemist en is recht op die paal of boom gereden. Het was het enige obstakel in de bocht en slechts 30 cm breed. Hoe doen ze dat toch???

De verklaring is heel eenvoudig. Een mens stuurt onbewust steeds in de richting waarnaar hij kijkt. Als je in moeilijkheden geraakt in een bocht, is je eerste reflex van te kijken naar het object dat je zeker moet ontwijken. Wie kent niet de paniekerige gedachte “Die boom! Ik mag niet op die boom botsen!!!” Dat mag nu net niet. Dan zit je er zeker op.

Hoe kun je dan vermijden dat je op dat smalle obstakel botst? DOOR ER NIET NAAR TE KIJKEN! Als je voelt dat je een bocht bent ingegaan die veel nauwer is dan je dacht, dan moet je snelheid naar beneden. Indien nog mogelijk in zulk een situatie trek je je stuur recht waardoor de motorfiets recht komt, rem je beenhard en stuur je dan weer heel hard indien nodig. Je moet je jezelf verplichten van HEEL ERG DIEP IN DE BOCHT TE KIJKEN. Je draait je hoofd (en desnoods je bovenlichaam) zoveel mogelijk naar de binnenkant van de bocht, en stuurt alsof je leven ervan afhangt (wat goed mogelijk is!). Door harder te kijken zul je automatisch harder sturen. De motorfiets zal veranderen van lijn en korter draaien en jij geraakt door de bocht heen. Je hart slaat 200 keer per minuut,… even afstappen en bijkomen.

Moraal van het verhaal: Doe geen gekke dingen op wegen die je niet kent en in bochten die onoverzichtelijk zijn. Bedenk tevens dat jij de zwakke schakel in het geheel bent. Het frame en de banden van de motorfiets kunnen in normale omstandigheden veel meer aan dan jij ooit kunt benutten. Als er iets fout gaat in een bocht, dan zal het in de meeste gevallen een menselijke fout zijn. En dat hoeft niet noodzakelijkerwijze de jouwe te zijn….

%d bloggers liken dit: